Ieder jaar op 31 maart vieren transgender-, LHBTI- en mensenrechtenorganisaties de Internationale Dag van de Transgenderrechten. Of misschien is een betere vertaling van de 'Transgender Day of Visibility' de Dag van de Transgenderzichtbaarheid. Dat is namelijk de achterliggende gedachte achter de Dag; dat transgender- en interseksepersonen nog dagelijks gediscrimineerd worden op allerlei vlakken, en dat ze daardoor niet zichzelf kunnen uiten zoals ze zouden willen.
Deze Dag heeft niet één specifieke organisator, maar wordt door de hele wereld aangegrepen om aandacht te vragen voor het fenomeen. Met voorlichtingscampagnes wordt begrip gevraagd en met rapporten met cijfers wordt de situatie van transgenders hard gemaakt. We leren op deze Dag hoeveel mensen zich als trans identificeren, maar ook de duistere cijfers zoals hoe zij minder goed mee kunnen komen in het openbare leven, het werkveld of simpelweg op straat. De Dag is bedoeld om aandacht te vragen voor 'de discriminatie en het geweld waar transpersonen mee te maken hebben.'
De Verenigde Naties zijn opgericht met hun doel om mensenrechten wereldwijd te promoten of humanitaire omstandigheden wereldwijd te verbeteren. En daar hoort uiteraard een Dag bij!
Transgenders hebben veel last van transfobie in de maatschappij. Alle acceptatie-initiatieven zoals Pride-evenementen ten spijt is discriminatie van trans- en interseksepersonen nog aan de orde van de dag - ja, ook in het zogenaamd tolerante Nederland.
De Participatiewet mag dan wel één grote neoliberale flop zijn, de al dan niet sociale werkplaats is dat zeker niet. Werkplaatsen zijn nog steeds extreem waardevol voor de gemeenschap, voor de economie en voor de regio.