Ooit, als de computers de internetopstand gaan leiden, dan staat het internet aan de spil van de revolutie. Het internet, dat zo belangrijk is geworden voor ons alledaagse leven dat we er maar moeilijk zonder kunnen. Uitgevonden rond 1988 door deze man, die misschien toen al visioenen had van een wereldwijde aaneengesloten samenleving, waar alle informatie voor iedereen beschikbaar is en bibliotheken overbodig zijn.
Dat internet, dat heeft ook een schaduwzijde. Want het kan ook verkeerd uitpakken. Vieze mannetjes hebben een nieuwe voyeuristische vorm van vermaak gevonden, overheden worden geplaagd door digitale aanvallen, via het wereldwijde web wordt allerlei geheime informatie de lucht in geslingerd en kritisch zijn op Twitter is een slecht idee.
Om dat soort gevaren te voorkomen, moet het publiek van jong tot oud wijs worden gemaakt over de eventuele schade die het internet ons kan toebrengen. En dat doen we jaarlijks op de Dag van het Veilige Internet! Dit Europese initiatief is zoals gezegd bedoeld om inzicht te geven in de mogelijkheden, maar ook vooral de moeilijkheden, van internet. Op deze Dag worden allerlei campagnes gelanceerd die ons leren daar verstandig mee om te gaan.
Ieder jaar vieren we, onder leiding van organisator InSafe, deze Dag. Het thema van dit jaar is 'Ons virtuele leven', met de slogan 'Het is meer dan een spel, het is je leven', en dat slaat op de manier waarop we onszelf online presenteren op profielensites als Facebook of het internet?
Wens iemand een Fijne Dag van het Veilige Internet!
Waarschijnlijk bent u zich er totaal niet van bewust hoe vaak u in het dagelijks leven een stalen buis tegenkomt. Of, beter gezegd, hoeveel constructies u ziet waarin stalen buizen en buisproducten zoals bochten, fittingen en flenzen verwerkt zijn.
Websites bouwen en stukjes tikken, dat is ons vakgebied. Daar zijn we goed in, ook al zou een kind van 5 dit ook kunnen. Maar wie echt onmisbaar zijn, dat zijn de ingenieurs.
Als mannen en vrouwen écht gelijk behandeld zouden worden, dan zou ieder werkveld 50-50 verdeeld moeten zijn tussen de seksen. In de wetenschap is dat helaas verre van het geval.
