Vroeger leek dit nog een welhaast communistisch taboe waar zelfs de meest linkse politieke partij zijn vingers niet aan durfde te branden, maar anno 2020 gaan er steeds meer serieuze stemmen om te experimenteren met een universeel basisinkomen. Het is een sociaaleconomisch heet hangijzer waar de hoge heren in Den Haag en de economen op de universiteiten nog vurig over debatteren, en waarvan nog geen overduidelijk bewijs is dat het werkt, maar vroegere experimenten laten een positief beeld zien. Op 1 mei is het dan ook de Internationale Dag van het Basisinkomen.
Tijdens de Dag van het Basisinkomen staan we stil bij het idee,wegen we de voors en tegen af, en houden we er discussies over. Want betekent het basisinkomen nou dat iedereen alleen nog maar op de bank gaat hangen (wat de tegenstanders beweren), of volgen ontvangers juist hun passie en gaan ze nuttig, al dan niet vrijwilliger werk voor de gemeenschap doen zoals de voorstanders zeggen?
Die Dag valt niet geheel toevallig samen met de Dag van de Arbeid. Tijdens de Dag is het namelijk de bedoeling dat we ons eens wat beter verdiepen in wat het basisinkomen precies is, hoe het werkt, en wat de voor- en nadelen voor mensen en de economie is. En misschien is er dan straks wel gratis geld voor iedereen beschikaar!
De flexmedewerker is de ruggengraat van de Nederlandse economie en verdient meer aandacht dan ze krijgen. Veel bedrijven zijn nergens zonder deze knappe koppen.
Grote multinationals mogen dan wel constant in de belangstelling staan, maar de échte motor van de economie zijn kleine en middelgrote bedrijven. Samen vormen die wereldwijd 90% van het bedrijfsleven, en gemiddeld zijn ze goed voor zo'n 60 tot 70% van de werkgelegenheid en meer dan de helft van het BNP.
De International Labour Organisation (ILO) roept sinds 2005 28 april uit tot Internationale Dag van Veiligheid op het Werk, onder de Engelse naam bekend als World Day for Safety and Health at Work.